Dat onze leden meer kunnen dan alleen maar zeilen bleek tijdens een bezoekje aan de Amsterdamse Waterleidingduinen. Daar werden de Dolfijnen rondgeleid door boswachter Bas.
Het bleek al snel dat Bas niet zo van slenteren houdt maar meer van struinen en sluipen. Dat zagen de Dolfijnen ook wel zitten, dus het ging de paden af en de lanen niet in. Gewapend met verrekijkers en een tellertje was de opdracht duidelijk: tel de herten.
Onderweg vertelde de boswachter honderduit. Over herten natuurlijk, want wat is nu het geheim van het gewei? Waarom heten jonge mannetjes Spitser. En wat ligt daar nu? “Oh, een vossendrol, kijk maar goed je kunt de veertjes van zijn prooi nog zien.” Geen vraag van de Dolfijnen bleef onbeantwoord. Ondertussen werd er vrolijk doorgeteld, na een half uurtje stond de teller al op meer dan 50 herten! <lees verder voor de foto’s>
Onder de dennen mochten er dennenappels gezocht worden. Liefst aangevreten. Bas legde uit hoe je kunt zien welke door een Eekhoorn en welke door de Specht waren opgepeuzeld. Blijken die Spechten best slimme beesten te zijn: bij gebrek aan voorpoten klem je zo’n ding gewoon in de bast van een boom.
Bij een kaal duin dat bezaaid was met sporen was het puzzelen welke dieren die hadden achtergelaten. Bas vertelde dat hij hier ook wel eens andere sporen vind: sporen van de oorlog in de vorm van munitie. Nu is het zo dat als je tijdens het struinen een gewei vindt je het mee mag nemen maar dit soort trofeeën kun je maar beter laten liggen én de boswachter waarschuwen zodat het veilig wordt opgeruimd!
Na het verkennen van één van de vele bunkers die de Waterleidingduinen rijk is, zat de expeditie er op. De eindstand van het tellen? In twee uur tijd 111 herten, een buizerd, nijlganzen, kuifeenden, salamanders, wilgenhoutrupsen en zelfs een paar Dolfijnen. Dolfijnen die dankzij Bas een stuk wijzer zijn geworden over de natuur in eigen omgeving.
[FAG id=594]